Waar economie het hart raakt

Winstrevolutie

Wat betekent winst in de economie precies? Dit is een lesje basisbeginselen, met uitleg over wat de harteconomie in die basisbeginselen wil veranderen.

Om je even op scherp te zetten: de harteconomie wil financiële winst minimaliseren in plaats van maximaliseren. Daarmee wordt voortaan de maatschappelijke winst gemaximaliseerd.

Foto door Pixabay op Pexels.com

In de klassieke economie

De kern van het kapitalistische gedachtengoed waarmee in de meeste landen gewerkt wordt is het eigenaarschap. De eigenaar van het bedrijfsmiddel, het visnet, de ploeg, de fabriek, de machine heeft ook recht op de winst. Dus het kapitaal wordt ingezet om een product te maken. De markt treedt in werking en naarmate er vraag aanwezig is, wordt het product verkocht – in ruil voor andere waardevolle goederen of diensten, maar meestal in ruil voor geld – aan mensen die er behoefte aan hebben. De eigenaar verdient de investering in het bedrijfsmiddel, de grondstofkosten, de al dan niet ingehuurde arbeid en alle andere bijkomende kosten hiermee terug. Als dat niet lukt, is er sprake van verlies. Het doel is om daar bovenop winst te maken. En het idee daarbij is: zoveel mogelijk!

Als je slim investeert, produceert en verkoopt, kun je lekker verdienen en veel kapitaal vergaren in de vorm van andere goederen of geld. Als dit allemaal lukt, kun je steeds uitbreiden en ontvang je steeds meer en meer. En deze manier van denken en handelen heeft in een gedeelte van de wereld veel overvloed en welvaart gebracht.

Dit systeem heeft dan ook fantastische kanten. Zo stimuleert het gezonde ondernemingslust en brengt daarmee via de marktwerking een veelheid aan goederen en diensten voort. Het geeft ondernemers een vonk van vrijheid en sprankeling en biedt een wereld van kansen. Het geeft werknemers de mogelijkheid zich op productie te concentreren en te doen waar ze goed in zijn. Deze weldadige zaken moeten we ook vooral zo zien te houden.

Maar er zijn ook aspecten die in deze tijd absoluut niet meer werken. Winst in de vorm van geld is een doel op zich geworden en via de aandelenmarkt heeft dit mechanisme zich vervreemd van de eigenlijke bedrijfsprocessen. Een aandeelhouder maakt het vaak niet uit wat er precies gedaan wordt in de betreffende onderneming, als het maar zoveel mogelijk oplevert.

Dus een product mag zo weinig mogelijk kosten in alle opzichten: we steken er ten opzichte van de verkoopprijs zo weinig mogelijk tijd, zorg, aandacht in en de grond- en hulpstoffen en de arbeid moeten zo goedkoop mogelijk worden ingekocht.

De verkoopprijs van een product moet zo hoog mogelijk zijn om de winst te maximaliseren. Dit gaat soms ten koste van de beschikbaarheid van goederen die horen bij de basisbehoeften van alle mensen… Denk maar aan de relatief hoge energieprijzen, woninghuur en (actueel) de hoge prijzen van levensmiddelen.

Die focus op winstgroei gaat ten koste van de kwaliteit en diversiteit van al het leven op aarde en uiteindelijk ten koste van onszelf.

Natuurlijk sturen overheden, maar om ons heen kunnen we een ontwikkeling bespeuren waarin bedrijven steeds invloedrijker worden en overheden daardoor nog steeds sturen, maar vooral in de richting van de kapitaalbezitters…

In de harteconomie

In de harteconomie wordt gestreefd naar zo weinig mogelijk financiële winst met als doel zoveel mogelijk waarde te creëren voor de samenleving.

In de harteconomie is eigenaarschap van kapitaalgoederen fluïde. Mensen die meewerken binnen de onderneming worden automatisch mede-eigenaar. Als er winst gemaakt wordt, delen ze mee, maar winstmaximalisatie is geen einddoel meer. Indirect profiteren van een bedrijf door louter financieel een aandeel te nemen in het eigenaarschap, behoort dan ook tot het verleden.

In het product zelf wordt zoveel mogelijk waarde gestopt: centraal staan het welbevinden van de werknemers/eigenaren, maar vooral ook kwaliteit, beschikbaarheid, duurzaamheid, ecovriendelijkheid en investeringen in innovaties van het goed of de dienst. Het succes van de onderneming wordt verbonden met deze waarden.

Nog steeds wordt er uitdrukkelijk naar gestreefd om niet onder de nullijn uit te komen, zodat er sprake is van verlies, maar de winstmarge is zo klein mogelijk en als er geld over is wordt dit verdeeld over alle eigenaren, maar liever nog geïnvesteerd in een gemeenschappelijk gekozen project of doel.

Dit model staat dicht bij het klassiek kapitalistische model, omdat winst nog steeds naar de eigenaren gaat, maar wel op een manier die simpelweg de factor financieel kapitaal een secundaire rol geeft in plaats van een primaire.

Gevaren

Natuurlijk schuilen er ook gevaren in deze manier van denken.

Houd dit in gedachten: het is nooit de bedoeling van de harteconomie dat een bepaald model dwingend wordt opgelegd. Het is de bedoeling dat we toegroeien naar een model als dit omdat het wellicht in veel opzichten veel beter werkt. Dat moeten we eerst onderzoeken, uitproberen en het kan op vele gebieden nog ontwikkeld en aangevuld worden. De ontwikkeling van een beter leven kan alleen experimenteel.

Het is natuurlijk ook nooit de bedoeling dat democratisch bestuurde ondernemingen verzanden in eindeloze beslisprocessen, waardoor inventiviteit en creativiteit onder druk komen te staan. Er moet evenwicht ontstaan tussen leiderschap en medezeggenschap. Leiderschap zou binnen deze setting ook gemakkelijker fluïde en zo decentraal mogelijk georganiseerd kunnen worden.

Dit idee zou er ook toe kunnen leiden dat ondernemers voortaan zo weinig mogelijk anderen betrekken bij hun bedrijf en alles in hun eentje gaan doen. Maar hoe realistisch is dat eigenlijk?

Natuurlijk zijn er nog veel meer tegenwerpen te bedenken, maar in alle bescheidenheid denk ik toch echt dat dit een goed idee is. Maar kom maar met al je bezwaren en scherpe kritiek. Daar groeien wij alleen maar van! Geef hier commentaar of mail mij alsjeblieft: olga@harteconomie.com .

Plaats een reactie